SV | En dek hun ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd van voor Uw aangezicht, want zij hebben [U] getergd, [staande] tegenover de bouwlieden. |
WLC | וַיֹּאמְר֣וּ צָרֵ֗ינוּ לֹ֤א יֵדְעוּ֙ וְלֹ֣א יִרְא֔וּ עַ֛ד אֲשֶׁר־נָבֹ֥וא אֶל־תֹּוכָ֖ם וַהֲרַגְנ֑וּם וְהִשְׁבַּ֖תְנוּ אֶת־הַמְּלָאכָֽה׃ |
Trans. | 3:37 wə’al-təḵas ‘al-‘ăwōnām wəḥaṭṭā’ṯām milləfāneyḵā ’al-timmāḥeh kî hiḵə‘îsû ləneḡeḏ habwōnîm: |
En dek hun ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd van voor Uw aangezicht, want zij hebben [U] getergd, [staande] tegenover de bouwlieden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En dek hun ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd van voor Uw aangezicht, want zij hebben [U] getergd, [staande] tegenover de bouwlieden.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!